Reeënsterfte door longwormen



Sinds november kreeg het DWHC vanuit het hele land meerdere meldingen van dode reeën. Daarom zijn in de periode van 1 november tot en met 6 december 2021 zeven reeën opgehaald voor onderzoek. Drie kwamen uit de provincie Noord-Brabant, twee uit Limburg, één uit Friesland en één uit Gelderland. Zowel de inzenders uit Noord-Brabant als die uit Gelderland gaven aan dat ze meerdere dode reeën in hun gebied hadden gevonden, met name nog jonge dieren.

Longwormen. Foto: DWHC

Van de onderzochte dieren was er één volwassen, de andere zes waren jonge dieren. Alle reeën waren mager tot zeer mager en drie waren aan het interen op hun spiermassa.
Parasieten, zoals longwormen, hoeven in principe geen probleem te vormen voor een dier. Maar als er daarnaast andere factoren zijn waardoor de dieren het moeilijk hebben, dan kan hun weerstand tegen de parasieten onvoldoende worden. De parasieten kunnen dan in aantal toenemen en milde tot ernstige longontsteking veroorzaken, waardoor ze vermageren en uiteindelijk kunnen doodgaan.

Mogelijk dat onderkoeling door het aanhoudende natte weer mede een rol heeft gespeeld bij het verzwakken van de dieren. Jonge dieren zijn gevoeliger voor onderkoeling dan volwassen dieren. Dit komt omdat lichtere dieren een relatief hogere energiebehoefte hebben en omdat ze minder vetreserves hebben. Maar omdat onderkoeling bij een dood dier niet kan worden vastgesteld, kan deze hypothese niet worden getoetst.

Foto banner: Dick Pasman