Dodelijke konijnenziekte in Nederland



Sinds de eerste konijnen in 2015 doodgingen door het nieuwe konijnenvirus, RHDV-2 (Rabbit Hemorrhagic Disease Virus 2), maakt het virus nog steeds slachtoffers onder wilde en tamme konijnen in Nederland. Bij het Dutch Wildlife Health Centre en de Faculteit Diergeneeskunde komen regelmatig en uit het hele land meldingen binnen van plotselinge konijnensterfte, waarvan het beeld past bij een besmetting met RHDV-2. Echter voor het daadwerkelijk vaststellen van een infectie is pathologisch onderzoek noodzakelijk. Maar op basis van de vastgestelde gevallen en de informatie van de meldingen, kan gesteld worden dat het virus nu in heel Nederland aanwezig is.

Het RHDV-2 virus is een nieuwe variant van het klassieke RHD virus dat sinds de jaren ’90 in Nederland bij konijnen voorkomt. Deze nieuwe variant is voor het eerst in 2010 in Frankrijk vastgesteld en verspreid zich nog steeds verder over Europa, zo is het recent ook in Zwitserland en België gemeld. De ziekte kent verschillende benamingen: VHD (Viral Hemorrhagic Disease), RHD (Rabbit Hemorrhagic Disease) en in het Nederlands VHS (Viraal Hemorragisch Syndroom).

Besmette konijnen sterven door een hele acute ontsteking van de lever. De ziekte gaat meestal zo snel, dat ze uiterlijk nog geen ziekteverschijnselen vertonen maar zeer plotseling doodgaan. Niet alle besmette konijnen gaan dood: het percentage konijnen dat na besmetting sterft, varieert tussen de 5 – 70 %. Deze grote variatie zien we ook in Nederland, in het ene gebied wordt vrijwel geen effect gezien op het aantal konijnen, terwijl in het andere gebied in een afname van 75% van de konijnenstand wordt gemeld. In tegenstelling tot het klassieke RHD-virus, gaan ook jonge konijnen vanaf 2 weken oud dood aan de nieuwe variant RHDV-2.

Het virus is zeer besmettelijk. Konijnen raken besmet door zowel direct onderling contact als indirect contact. Indirect contact kan bijvoorbeeld via contact met urine en keutels van besmette konijnen, en via o.a. besmet water, voedsel, kleding en handen. Ook in de uitwerpselen van roofdieren die een besmet konijn hebben gegeten, kan levensvatbaar RHD-2 virus aanwezig zijn.

Het RHD-virus is niet besmettelijk voor andere gezelschapsdieren zoals honden, katten, cavia’s en andere knaagdieren. Gehouden konijnen kunnen worden ingeënt.

In de periode van december 2015 tot en met 2 augustus 2016 is bij de Faculteit Diergeneeskunde (gehouden konijnen) en DWHC (wilde konijnen) de ziekte bij in totaal 66 konijnen bevestigd. De verspreiding van deze gevallen over Nederland staat op onderstaande gemeentekaart. Met dank aan dierenarts H. Arts (Farmarts B.V.) en de Gezondheidsdienst voor Dieren zijn hierin ook de drie door hen bevestigde gevallen opgenomen.

Omdat slechts een zeer klein aantal dode konijnen daadwerkelijk is onderzocht, geeft de kaart geen compleet beeld van de verspreiding van de ziekte in Nederland. Ook uit de witte plekken van de kaart komen meldingen binnen van acute konijnensterfte die wijzen op RHDV-2. Vandaar dat gesteld kan worden dat het nieuwe virus nu in heel Nederland voorkomt.

Gegevens over aantallen dode tamme en wilde konijnen zijn niet geven. Dit komt onder andere omdat er geen centrale registratie is van sterfte onder tamme en wilde konijnen. Daarnaast zullen veel dode wilde konijnen niet worden opgemerkt, omdat deze deels onder de grond doodgaan, en/of snel worden opgeruimd door aaseters.

Via deze link naar uitzending gemist kan worden geluisterd naar de uitzending van het radio programma Vroege Vogels waarin Jooske IJzer (DHWC , Faculteit Diergeneeskunde) en Jasja Dekker (ecoloog) uitleg geven over RHDV-2.

Ga naar de website van de Faculteit Diergeneeskunde voor meer informatie voor gehouden konijnen