Sovon: eerste cijfers 2018: minder merels in steden en dorpen



Uit voorlopige cijfers van Sovon vogelonderzoek Nederland blijkt dat er in steden en dorpen 15% minder merels zijn gesignaleerd ten opzichte van vorig jaar. Dat is de sterkste afname sinds het begin van de telreeks in 2007. Ook in de honderden tuinen die wekelijks geteld worden via tuintelling.nl zien waarnemers gemiddeld iets minder merels. Zorgt het usutuvirus voor deze afname?

Zowel in 2016 als in 2017 heeft het usutu-virus voor veel slachtoffers gezorgd onder wilde merels, en gehouden sneeuw- en laplanduilen. Tot in de herfst werd het virus bij dode vogels aangetroffen.

Winter

Ook in 2018 is het virus bij een laplanduil en een kramsvogel aangetroffen. Onderzoek door het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) wees uit dat de kramsvogel aan een andere ziekte was doodgegaan (pseudotuberculose), maar ook besmet was met het usutuvirus. De laplanduil had sterke neurologische afwijkingen en kon niet meer vliegen.  Onderzoek door Veterinair Pathologisch Diagnostisch Centrum (VPDC)  van de faculteit Diergeneeskunde wees uit dat dit was veroorzaakt door het usutuvirus. Dit maakt duidelijk dat het virus in de winter nog aanwezig is in Nederlandse vogels.


Op de linkerkaart is te zien waar bij onderzochte dode vogels het usutu-virus is aangetoond.
Op de rechterkaart staan de gemelde en onderzochte dode merels tot 1 november2017 weergegeven.

Symptomen?

zieke vogel

Zieke merel. Foto: Sandra Advokaat

Bij een besmetting van vogels met het usutuvirus kunnen de volgende symptomen worden waargenomen:
algehele malaise, sloomheid, ‘bol’ zitten, niet meer drinken, naar adem happen, spierzwakte (bijv. niet meer opvliegen/ alleen nog maar laag blijven en meteen weer gaan zitten), scheefstand van de kop, en evenwichtsstoornissen. Omdat dit beeld ook past bij andere vogelziekten, kan op basis van de ziekteverschijnselen geen uitspraak worden gedaan of de vogel besmet is met het usutuvirus of dat het om een andere ziekte gaat. Het virus leidt tot sterfte onder met name merels en laplanduilen. Houders van uilen, met name sneeuw- en laplanduilen, wordt aangeraden om volières van muggennetten te voorzien of vogels binnen te huisvesten.

Usutu oorzaak afname?

De afname van merels in stedelijk gebied uit voorgaande jaren lijkt in 2018 (versterkt) door te zetten. In het buitengebied lijkt tegelijkertijd veel minder aan de hand. Voor meer zicht op de oorzaken, en de invloed van het usutuvirus, is meer onderzoek nodig. Naarmate meer Sovon-waarnemers hun tellingen sneller online verwerken, kan Sovon een accurater beeld krijgen van actuele ontwikkelingen. Sovon kan dan de tussentijdse resultaten ook verder regionaal uitsplitsen, bijvoorbeeld om te kijken in hoeverre de geleidelijke verschuiving naar het westen en noordoosten van met het usutuvirus geïnfecteerde merels matcht met verschillen op populatie-niveau.

Onderzoek

Verschillende partijen doen onderzoek naar het usutu-virus. Sovon Vogelonderzoek Nederland volgt middels tellingen de aantallen en verspreiding van vogels. Daarnaast verzamelt ze samen met het DWHC meldingen van dode vogels van. DWHC richt zich op het onderzoeken van ziekten onder wilde dieren. Voor virussen zoals het Usutu-virus wordt samengewerkt met het Erasmus MC. Het Vogeltrekstation van het NIOO-KNAW volgt de verspreiding en overleving van vogels in de natuur door te ringen, waarbij samen met de virologie-afdeling van het Erasmus MC ook gekeken wordt naar de aanwezigheid van het usutu-virus bij de geringde vogels.

Wat kan ik doen als ik een dode merel vind?

Je kunt de vondst van een dode vogel melden bij Sovon Vogelonderzoek Nederland (Sovon) via sovon.nl/dodevogels of op de website van DWHC via de link Meld hier uw dode dier.

Ga voor overige vragen naar: Vragen en antwoorden over het Usutuvirus, versie 2017.1

Eerdere berichten over het usutuvirus zijn te vinden op: https://www.dwhc.nl/ziekten/usutu/